Toekomst van de vallei
De juf van Casatta en Capriana
Er vallen wat sneeuwvlokken, je kruipt diep in je jas. Het is nog donker, maar de school begint al. Ik ga snel de kinderen begroeten, wanneer zij met hun kleurrijke sjaals en mutsen luidruchtig uit het busje stappen dat door de dorpjes van Valfloriana rijdt: 500 inwoners in totaal, één enkele school, die van Casatta, met 14 leerlingen. Niet per klas, maar in de hele school.
De emotiecirkel
We hangen onze jassen op, warmen onze handen. We gaan op de grond zitten. Voordat we beginnen is het tijd voor de emotiecirkel: elk kind vertelt hoe het zich die ochtend voelt, hoe zijn gemoedstoestand is. Wie wil, kan uitleggen waarom, wie verlegener is vertelt slechts in wat voor humeur hij of zij is. Dan praten we samen, de kinderen van zes tot elf, van groep drie tot en met groep zeven.
De emotiecirkel vindt elke dag tijdens het eerste schooluur plaats. Niemand, groot of klein, heeft ooit getwijfeld aan het nut ervan. Want de emotiecirkel heeft betrekking op relaties en burgerschap. Het is tenslotte de kindertijd waarin je leert om volwassen te worden.

Juf Laura
Ik kwam op mijn vierentwintigste toevallig op deze school in de bergen terecht. We zaten midden in de pandemie, ik moest nog afstuderen en ik kreeg een aanbod om negen uur per week les te geven in Casatta. Niemand wilde dit doen. Het was mijn eerste baan als lerares.
Op de universiteit heb ik de theorie, methoden, psychologie en pedagogie bestudeerd, in Casatta heb ik geleerd wat het betekent om te onderwijzen, om mensen te helpen groeien.
In mijn eerste jaar hadden we tien kinderen. Er was één klas met meerdere jaargroepen, die groep drie, vier en vijf omvatte. In groep zes en zeven was er niemand.
Het was een moeilijke tijd voor de school van Valfloriana. Men wilde de school sluiten. De kinderen aan wie ik lesgeef komen elke ochtend uit de bergen, uit Montalbiano, Dorà, Barcatta, Villaggio, Sicina, Casanova, Valle, Pradel... Ze vertrekken iets na zeven uur, want het busje rijdt door de hele vallei, de haarspeldbochten op en af, tot aan de huizen die het hoogst liggen. Het behoud van deze school staat voor het overleven van een hele gemeenschap.

Na mijn afstuderen werd ik meteen opnieuw benaderd: dit keer ging het om een voltijdbaan, gespreid over Casatta en Capriana, een ander piepklein dorpje in Val di Fiemme, hoog in de bergen.
Ik heb geleerd om activiteiten en materialen die zijn bedoeld voor twintig of dertig kinderen af te stemmen op mijn twee of drie leerlingen, ik heb spelletjes bedacht en liedjes verzonnen. ‘s Middags bereid ik mijn lessen voor, maar als ik dan ‘s ochtends aankom, kan het zijn dat ik al mijn plannen aanpas aan de situatie: leerprogramma’s zijn fundamenteel en we werken ook veel aan basiskennis, maar wanneer ik rekening houd met de gemoedstoestand van de leerlingen, bereik ik betere resultaten.
Hier is het mogelijk om relaties op te bouwen en om specifieke trajecten te vinden voor de behoeften van elk kind, zonder het teamwerk uit het oog te verliezen.
Lessen in burgerschap
In Casatta organiseren we activiteiten met de alpiene troepen en de brandweer, we gaan de bergen in, en we bedenken projecten met de kinderen voor de bescherming van het territorium, die zij dan verder uitwerken. Met hulp van de boeren hebben we de moestuin van de school aangelegd. De leerlingen hebben hem ontworpen en tot stand gebracht. Ze zaaien en verzorgen de scheuten tot juni en in de zomer geven de families om beurten de planten water. In de herfst wordt er geoogst... en wat een oogst!
In Capriana hebben we dit jaar lessen in houtbewerking en op bepaalde dagen ruikt de hele school naar dennen en sparren en vliegen de houtkrullen over de schoolbanken.
Ik vind het hier prettig en heb het gevoel dat ik echt een verschil maak.
Als ik iemand vertel dat ik lesgeef in Casatta en Capriana, kijken mensen me aan alsof ik een buitenaards wezen ben. Ze zijn verbaasd dat er zulke kleine scholen bestaan en vooral dat deze niet alleen bolwerken tegen ontvolking kunnen zijn, maar ook echte modellen van onderwijs op basis van de praktijk. Er zijn ongetwijfeld moeilijkheden en uitdagingen, maar wat telt is dat de kinderen hier zich bewust zijn van hun leidende rol in het bereiken van goede resultaten.
Als ik ’s ochtends de kleine houten deuren van de klaslokalen open en deze wereld van boeken en kleine wezentjes binnenstap, raak ik er steeds meer van overtuigd dat deze plaatsen die het overleven, in de bossen en valleien, geen kleine bergschooltjes zijn, maar grote laboratoria voor het leven.