Wie waren de Bergknappen?
Dit is hun oorspronkelijke naam, maar onder de Italiaans sprekende bevolking waren ze bekend als de “canopi”, wat voor de lokale bevolking makkelijker uit te spreken was. Het waren mijnwerkers uit Bohemen en Tirol, herkenbaar aan een linnen blouse met een puntige capuchon, die werd gebruikt om het dak van de tunnels te detecteren en te voorkomen dat ze hun hoofd zouden stoten. Ze droegen ook een leren schort, die ze aan de achterzijde van hun lichaam plaatsten, om hun billen en benen te beschermen als ze op hun hurken gingen zitten.
De Bergknappen kregen goed betaald, maar ze deden zeer zwaar werk en hun levensverwachting was laag. De ruimtes waren nauw, en ze werkten met slechts een mijnwerkershamer, zodat ze de berg centimeter voor centimeter doorkliefden. Ze gingen met drie tegelijk naar beneden, acht uren in ploegendienst, in het pikkedonker en in een vochtige omgeving, en ademden de schilfers van de afgekraste metalen rotsen in.