Castello del Buonconsiglio
Een duik in de geschiedenis, een absolute must voor wie Trento bezoekt
Het Castello del Buonconsiglio is het grootste complex van Trentino en er wordt nu ieder jaar een zeer succesvolle tentoonstelling gehouden.
Het Castello del Buonconsiglio, omringd door een dertiende-eeuwse stadsmuur, was de residentie van de prins-bisschoppen van Trento vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw tot aan de secularisatie van het bisdom in 1803. Van oorsprong heette het Malconsey, vanwege de kleine heuvel waar hij opstaat, maar met de tijd werd het Buonconsiglio, ofwel de ontmoetingsplek van de gemeenschap. Gebouwd met defensieve functie op een rotsformatie als Romeins castrum, was het vanaf de dertiende eeuw een echt fort. Na de invasie van Napoleon verliet Pietro Vigilio Thun het kasteel en werd het een Oostenrijkse militaire kazerne. Tijdens de Eerste Wereldoorlog vond hier het proces van de irredentisten Cesare Battisti, Fabio Filzi en Damiano Chiesa plaats. De Italiaanse Staat, eigenaar vanaf 1918, heeft het overgedragen aan de autonome Provincie van Trento in 1974 en nu zijn er het Provinciaal Kunstmuseum en provinciale monumenten en collecties in gevestigd. Er zijn talloze collecties van kunst, schilderijen, beelden, grafische werken, geëlumineerde handschriften, majolica kachels en ook archeologische en numismatische verzamelingen. Er zijn barokke en gotische fresco's, onder andere de Ciclo dei Mesi (Cyclus van de Maanden), die gezien wordt als een van de belangrijkste voorbeelden van de internationale gotiek.
Tussen de veertiende en de vijftiende eeuw werd het complex aangepast door Giorgio di Lichtenstein en Giovanni IV Hinderbach. De eerste verbond de Torre dell'Aquila, die beschilderd werd met de Ciclo dei Mesi aan het Castelvecchio. Giovanni IV Hiderbach liet het kanteelwerk en de loggia aanbrengen. In 1500 bouwde kardinaal Bernardo Clesio het Magno Palazzo in de renaissance stijl, beschilderd door Dosso Dossi en door Girolamo Romanino. In de baroktijd bouwde de bisschop Francesco Alberto Poia de Giunta Albertiana.