FIETSEN LANGS NIEUWE ROUTES IN DE VRIJE NATUUR

De “GROENE WATERWEG”

De groene waterweg is een fiets- en wandelpad met water als verbindend thema. De weg loopt vlak langs rivieren en meren: de Adige, de Sarca, het Gardameer, het Meer van Toblino en vele andere parels van dit natuurgebied. Ook kom je langs steden en dorpen die een erfgoed aan kunst herbergen. Dit traject, dat in 2021 werd uitgeroepen tot de mooiste “Green Road” van Italië, verbindt de mooiste delen van de fiets- en wandelpaden die over zo’n 30 jaar in de lagergelegen gebieden van Trentino zijn aangelegd. Ook zijn 113 km aan rivieroevers en in verval geraakte spoorlijnen en autowegen omgebouwd om zo één enkele ringroute te vormen. Deze natuurroute begint aan de grens met de provincie Bolzano, in het plaatsje Cadino di Faedo in de gemeente San Michele all'Adige. Na een rondweg langs 21 gemeenten eindigt de route in de hoofdstad Trento. Je kunt de route in je eigen tempo in meerdere etappes afleggen, met overnachtingen in het centrum van een gezellig dorpje, in een agriturismo of op een camping.

De Green Road dell’acqua is 143 km lang. Daarvan is 138 km speciaal bestemd voor fietsers en voetgangers en leidt 4 km over wegen met heel weinig verkeer. De laatste kilometer, van Sardagna tot Trento, kun je met een kabelbaan afleggen. Zo “vlieg” je over de rivier de Adige.

Vanuit Cadino loopt het eerste stuk direct langs de rivier de Adige, waarvan de oever is omgevormd tot wandel- en fietspad. Na een paar kilometer kom je bij “bicigrill” Faedo en vervolg je je weg zuidwaarts langs de DOC-wijngaarden van Trento en dwars door natuurgebieden.

Na 25 km rustig trappen over een vlakke weg kom je aan bij de nieuwe poort van Trento. In deze stad ligt de wijk “Le Albere”, die door architect Renzo Piano is ontworpen en waar het natuurwetenschappelijk museum MUSE is gevestigd. Je verlaat de hoofdstad via de oever van de rivier de Adige, die de route volgt door de appelboomgaarden van de Adige-vallei en de wijngaarden van de Vallagarina-vallei tot aan de poorten van Rovereto, de “Stad van vrede” en thuisbasis van het MART (museum voor moderne kunst). Ter hoogte van Mori leidt het fietspad door de Adige-vallei verder richting Verona en buigt de “Via dell’Acqua” af naar het westen, richting het Gardameer. Over het tracé van de oude Habsburgse spoorlijn van Mori naar Nago kom je langs het natuurgebied rond het Meer van Loppio en bij Passo San Giovanni fiets je tussen eeuwenoude olijfbomen heuvelafwaarts richting het bekken van het Gardameer naar Nago-Torbole. De route gaat nu noordwest richting Arco langs de rivier de Sarca en vervolgens verder richting de Valle dei Laghi. Hier slinger je door een prachtige omgeving, waar water het landschap nog altijd domineert.

Als je door het natuurreservaat Marocche di Dro fietst of wandelt, waan je je midden in een maanlandschap, met de enorme stenen die het resultaat zijn van de gigantische aardverschuivingen in de Pleistocene ijstijd. Na nog een paar kilometer bereik je het plaatsje Sarche, waar het Parco Fluviale della Sarca begint. Als je een stukje omfietst, langs de ravijnen van de Limarò, over de route van de oude verbindingsweg die tussen 1840 en 1842 is aangelegd, heb je een spectaculair uitzicht over deze canyon. Dat wil je absoluut niet missen. Verder richting Trento bewonder je de schoonheid de natuur die nog steeds mediterraan is, ook is het omringd door bergen. De weg loopt dwars door olijfgaarden, naar de meren van Toblino, Santa Massenza en Terlago. Op het laatste stuk van de Via dell'Acqua, net voorbij het plaatsje Sopramonte, beklim je vanuit Terlago de Monte Bondone en daal je vervolgens af naar Sardagna. Hier kijk je uit over het centrum van Trento. Met de kabelbaan keer je terug naar de stad. Of je maakt een laatste afdaling door oude kastanjebossen tot aan de wijk Piedicastello, gelegen aan de voet van de Doss Trento, langs de oevers van de rivier de Adige.

DE BIKE&TRAIN-FIETSROUTE LANGS DE BRENTA

In het oostelijke deel van Trentino ligt de Sugana-vallei. Hierdoorheen stroomt de rivier de Brenta, die ontspringt in de meren van Caldonazzo en Levico, tot in de Venetiaanse vlakte, waar zij uitmondt ten zuiden van de lagune van Venetië. Al in de oudheid was dit een belangrijke verbindingsroute. Hiervan getuigen de “mijlpalen” van de Via Claudia Augusta bij Altinum, die zijn teruggevonden in een gebied dat eerst doorkruist werd door legioenen en daarna door handelaren op hun route over de Alpen. En tenslotte door pelgrims op doorreis naar Jeruzalem en wandelaars die langs de Tesino naar de hoofdsteden van Europa trokken, met op de rug hun “cassela” vol prenten en dromen. Op het wandel- en fietspad dat van het meer van Caldonazzo naar Bassano del Grappa loopt, kun je vandaag de dag de sporen van deze rijke geschiedenis ontdekken. Van het plaatsje San Cristoforo aan de oevers van het meer tot Pianello Vallòn op de grens met de provincie Venetië is het 64 kilometer. Daarna volgen enkele secundaire verkeerswegen en andere beschutte trajecten, tot Bassano del Grappa (Venetië), wat de route in totaal zo’n 80 kilometer maakt. Zodra je San Cristoforo achter je laat, fiets je langs de oever van het meer van Caldonazzo naar Calceranica. Vervolgens leidt het pad verder door appelboomgaarden en akkers en bereikt je in het zicht van Levico Terme de oever van de Brenta.

Je bereikt de stranden van beide meren (waarvan velen zijn onderscheiden met de Europese Blauwe Vlag) door even af te wijken van de route. Het Parco delle Terme di Levico, waar je vele eeuwenoude planten en exotische soorten vindt, staat op de lijst van de Grandi Giardini Italiani. Enkele kleine omwegen leiden je door de poorten van vele kastelen, die zijn gebouwd om deze belangrijke verbindingsweg tussen de vlakte en het Alpengebied te controleren: Castel Pergine, de Corte Trapp in Caldonazzo, Castel Telvana in Borgo Valsugana en Castel Ivano, nu via een spoorwegovergang verbonden met het treinstation van Grigno. Bij Levico, in het plaatsje Màines, tref je de eerste van de vier bicigrills op deze route. De volgende bevindt zich in Novaledo, een andere in Castelnuovo, onmiddellijk na Borgo Valsugana, en de laatste bij Tezze, vlak bij de provinciale grens.

In Borgo Valsugana loop je door het historische centrum, waar de huizen direct uitkijken over de rivier de Brenta. Na Castelnuovo fiets je nog altijd langs de rivier en kom je vlak voor de provinciale grens terecht in een uitgestrekt en ongerept rivierlandschap. Het “Loopgravenstelsel van Grigno” (je rijdt er vlak langs) herinnert ons aan de meest recente historische gebeurtenissen in dit grensgebied. Dit stelsel, dat na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog werd aangelegd door Italiaanse soldaten, heeft wat weg van de Maginotlinie. Nadat je de bicigrill van Tezze bent gepasseerd, ga je verder richting het plaatsje Martincelli, om te eindigen in het gehucht Pianello-Vallòn. Vroeger markeerde dit de grens van het Oostenrijks-Hongaarse wijk, tegenwoordig is het de grensovergang van de provincie. Hier zijn nog steeds de oude grensstenen te zien. Voor de terugreis kun je in plaats van het fietspad ook de trein nemen, die tussen Bassano en Trento rijdt. De treinen op de route Trento - Borgo Valsugana - Bassano del Grappa en vice versa bieden een vervoersdienst voor maximaal 6 fietsen. Het is slim om een dag van tevoren vóór 16.00 uur naar 0461 82100 te bellen om een plek voor je fiets te reserveren. Als je dit niet doet, is vervoer niet gegarandeerd. Deze service wordt in juli en augustus uitgebreid naar 32 fietsen.